woensdag 23 april 2008

Peter ijvert voor ontsluiting luchthaven Zaventem per spoor

Kamerlid Peter Luykx (N-VA) roept de federale regering op om Brussel onder druk te zetten om eindelijk de nodige vergunningen te leveren voor het Diabolo-project. Deze investeringen in spoorweginfrastructuur moeten de luchthaven van Zaventem beter bereikbaar maken. Het dossier is momenteel echter geblokkeerd omdat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nog altijd geen vergunning leverde en Vlaanderen draait nu mee op voor de schadeclaims.

Vlaanderen heeft al enkele jaren geleden de nodige vergunningen verleend. De beheerder van het spoorwegnet Infrabel wacht nu op het fiat van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Op een mondelinge vraag van Peter Luykx aan staatssecretaris voor Mobiliteit Etienne Schouppe in de commissie Infrastructuur waarom het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in tegenstelling tot Vlaanderen nog altijd geen vergunning heeft geleverd, antwoordde Etienne Schouppe dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest “ongetwijfeld niet de passende aandacht en spoed aan Diabolo heeft besteed, maar dat de NMBS hem meldde dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in juni 2008 eindelijk de nodige vergunning zou toekennen.”

Schouppe bevestigde dat de privé-investeerders kunnen rekenen op 11 miljoen euro schadevergoeding voor het eerste jaar vertraging. Daarna dienen de PPS-partners opnieuw aan tafel te gaan zitten en is er dus nu geen duidelijkheid over mogelijke latere claims. Bij de voorstelling van het Diabolo-project in april 2005 was de geplande datum van ingebruikname einde 2010. Zonder nieuwe ongelukken wordt dat nu in het beste geval einde 2012. Daardoor is al zeker de helft van de geplande tijdwinst dankzij de PPS-constructie van het project verloren gegaan.

Peter Luykx opperde ook de mogelijkheid dat Infrabel de opgelopen economische schade zou verhalen op het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Schouppe stelde echter dat “het evident is dat vertragingen worden verhaald op de partij die, ook al is dat niet rechtstreeks, verantwoordelijk is voor het project, met name Infrabel en zijn globale investeringsbudget”. Wie betaalt het gelag? “Dat is voornamelijk Vlaanderen met 60%. Wallonië draagt 40%.”, aldus Schouppe.

De onrechtstreekse economische kosten van de vertraging worden hierbij nog buiten beschouwing gelaten, maar zijn veel groter dan de financiële kosten: opportuniteitskost van de ondertussen slapende Diabolo-budgetten, vermeerderd met file-, vervuilings- en tijdskosten inzake bereikbaarheid van de luchthaven zolang Diabolo niet operationeel is.

vrijdag 18 april 2008

Peter steunt ontwikkelingsprojecten in Zuid-Amerika


LOMMEL - Op 18 april was Peter aanwezig op de persconferentie van Fiesta Esperanza Latina. Met dit Zuid-Amerikaans festival in Lommel willen de organisatoren geld inzamelen voor twee ontwikkelingsprojecten in Lommel. In naam van bouwbedrijf BEMA nv schenkt Peter de initiatiefnemers een cheque van tienduizend euro.

In het bijzijn van de genodigde journalisten en sympathisanten motiveerde Peter de schenking aan de organisatie Carlo Africatours. "Ondernemen is betrokken zijn. Ik vecht tegen het beeld van de ondernemer die enkel uit is op zoveel mogelijk winst. Een echte ondernemer voelt zich betrokken met zijn werknemers, het milieu en met de maatschappij. De projecten in Zuid-Amerika zijn initiatieven van geëngageerde Lommelaren. Wat zij doen is ook ondernemen.

Fiesta Esperanza Latina ondersteunt twee projecten in Zuid-Amerika. De moeder van voetballer Marcos Pereira runt in Brazilië een dagverblijf voor straatkinderen. En de Lommelse arts Toon Bongaerts heeft in Nicaragua een ziekenhuis opgestart om de bevolking de nodige zorg te geven. Van juni tot september maakt Carlo Branders een motorreis doorheen het continent om de ingezamelde middelen ter plaatse te brengen.

Meer info over beide projecten vind je op www.carloafricatours.be.

Afspraak op 3 mei om 17 uur in het Burgemeesterpark in Lommel.

woensdag 16 april 2008

Warm water van de Koninklijke residenties kost de federale overheid jaarlijks 466.000,00 euro

BRUSSEL - Federaal volksvertegenwoordiger Peter Luykx (N-VA) vroeg minister Reynders naar het energieverbruik in de residenties van de Koninklijke familie.

Dit blijkt uit het antwoord van een mondelinge vraag die Peter Luykx vandaag aan de minister stelde. De minister lichtte de gegevens toe die verzameld werden door het software systeem EIS (Environmental Information Sysytem). Dit systeem onthulde dat het energieverbruik van de Koninklijke residenties 1,15 % van het totale verbruik van de overheidsgebouwen uitmaakt, ofwel 11,5 miljoen KWh.

Dit is echter een raming. De minister verduidelijkte daarom in zijn antwoord enkele cijfers. Het Koninklijke paleis verbruikt jaarlijks 458.700 liter stookolie, a rato van de huidige marktprijs van 82 eurocent is dit 376.000,00 euro, voor het Koninklijke domein van Laken bedroeg dit 352.500 liter of 289.050,00 euro. Dit zijn enkel de stookkosten voor de productie van warmwater tijdens de winterperiode. Daarbuiten gebeurt dit met elektriciteit die niet inbegrepen is in dit bedrag.

Voor het Koninklijke paleis, het domein in Laken en het kasteel de Bréderode betaalde de regie der gebouwen in 2007 voor gas en stookolie 466.000,00 euro.

N-VA pleitte al eerder voor meer transparantie in de dotatie van de federale overheid aan het koningshuis. De kosten voor het warmwater van het Koninklijke bad zijn niet gering en dienen net als alle andere uitgaven duidelijk in kaart gebracht.

woensdag 9 april 2008

Regionale loonverschillen betekenen niet meer koopkracht voor Vlaming

Het gaat goed met Wallonië’, schreeuwde Waals minister-president Rudy Demotte onlangs tegen wie het wilde horen. Het Marshall-plan van de PS had de roestende machine van de Waalse economie opnieuw in gang gestampt en de eerste zegeberichten stroomden binnen.

Demotte schetste voor de 9 aanwezige leden van het Waals Parlement een beeld van een dynamisch Wallonië, waarvan de werknemers tot ver buiten de grenzen aan de arbeid sloegen, de werkloosheid een structurele daling had ingezet, het aantal faillissementen gunstiger evolueerde dan in Vlaanderen en het Waalse Gewest zowaar op zijn eentje als een bonkige economische dwerg de Belgische export droeg en de handelsbalans uit het rood hield. Slechts enkelingen merkten op dat de aangehaalde cijfers weinig relevante economische indicatoren waren. En dat de import- en exportcijfers toe te schrijven zijn aan de regionale opsplitsing van de fysieke infrastructuur: de Zeebrugse gashub versus de gasdoorvoer via Wallonië naar Frankrijk en Luxemburg.

Wie vertrouwd was met het eerste regionale macro-economische model HERMREG dat o.m. door het federaal planbureau tot stand kwam, toonde nog meer scepsis tegenover de boodschap van de Waalse regeringsleider. Een scepsis die helaas bevestiging vindt in de regionale indicatoren die de Nationale bank deze week publiceerde. Daaruit blijkt dat 2006 niét het jaar van de Waalse economische remonte is geworden. 2006 was nochtans een jaar van sterke mondiale economische expansie,maar waar de reële economische groei in Vlaanderen 3,3% bedroeg, groeide de Waalse economie met niet meer dan 2,0%. In Vlaanderen steeg de loontrekkende werkgelegenheid met 1,5 procent, in Wallonië met 0,9 procent. Enkel in Wallonië lag het aantal werknemers in 2006 lager dan in 2005. Uit cijfers die N-VA opvroeg bij het Ministerie van Financiën blijkt dat in 2006 het aantal vennootschappen in Vlaanderen toenam met 2,6%. In Wallonië was dit 1,4%.

Het beschikbare inkomen per inwoner stijgt in Wallonië echter wel bijna evenveel als in Vlaanderen, met name 2,3% tegenover 2.4%. Met deze evoluties wordt de inkomenskloof tussen Vlaanderen en Wallonië uiteraard niet gedicht. Het gemiddeld netto beschikbaar inkomen van een Vlaming ligt per maand 200 euro hoger dan dat van een Waal. Zolang Wallonië een werkloosheidsgraad van 15% cultiveert zal dit er natuurlijk niet op verminderen, want in deze berekening telt elke inwoner mee. Even interessant is de vraag hoe dit inkomen zich verhoudt tot de koopkracht van Vlamingen en Walen. Houdt de Vlaming bijvoorbeeld meer over door zijn inspanningen? Zo bedraagt het verschil in woningprijzen alleen al bijna 50.000 euro tussen Vlaanderen en Wallonië. En de grondprijzen in Vlaanderen bedragen een factor 3 tegenover het zuiden van het land.

Bovendien wordt in het Belgische institutionele knutselwerk elk solidariteitsverschil op niveau van het gewest overgecompenseerd door het solidariteitsmechanisme uit de financieringswet, zoals uitvoerig is aangetoond door Leuvense economen als Koen Algoed en Paul Van Rompuy. Het is dus nog niet zeker dat de Vlaming blij moet zijn met zijn 200 euro extra: ze kan hem meer kosten dan hij denkt. Het ziet er in ieder geval niet naar uit dat de Belgische solidariteitsstromen, die in theorie omkeerbaar zijn, dat binnen afzienbare tijd ook in de praktijk zullen worden.

Van een Waals economisch réveil – laat staan een inhaalbeweging t.o.v. Vlaanderen – is voorlopig dus geen sprake. Dat is slecht nieuws. Ook voor Vlaanderen.

Het kind van de rekening blijft intussen de gemiddelde Waal zelf. De N-VA misgunt Wallonië zijn economische voorspoedigheid geenszins, al was het maar om de Waalse burgers van dit land te overtuigen met meer vertrouwen het eigen lot in handen te nemen. Er is dus werk aan de winkel. Het status quo is geen optie, niet meer discussiëren over het haalbare, het noodzakelijke wacht op een oplossing. En het IMF voegde daar zopas nog aan toe dat die oplossing niet veel langer kan uitblijven. Vooral daarom al is drie jaar langer palaveren over een staatshervorming geen optie meer… Maar die sense of urgency lijkt verder dan ooit te zijn als we sommige verklaringen van hoofdrolspelers moeten geloven.